1. Soorten

2. Eten

3. Leefgebied

4.Het gif 

5.Jacht

1.Soorten

Er zijn heel veel soorten Slangen. Ik zal er een paar opnoemen:Python,Cobra,Boa, Anaconda. van de 2500 slangen soorten leven er ongeveer 35 in Europa en 3 soorten in Nederland en België en dat zijn: de adder, de ringslang en de gladde slang. Deze soorten in Nederland en België zijn ook niet zo moeilijk uit elkaar te houden, want de slangen hebben verschillende kleuren en soms zijn ze wel helemaal zwart.

2.Eten

Slangen zijn vleeseters, daardoor krijgen ze veel energie en dan hoeven ze niet zo vaak te jagen, want ze hebben ook veel energie nodig voor het verteren van hun prooi. Ze eten Muizen en sommige eten ook hele grote dieren zoals een Gazelle. En als ze klaar zijn met jagen, kunnen ze heel veel weken slapen en als ze weer honger krijgen gaan ze weer jagen.

3.Leefgebied

Slangen leven op heel veel plaatsen. In de woestijn, regenwouden, bossen. Er leven zelfs slangen in de zee! Het leefgebied is best belangrijk voor de slang. Denk maar aan zeeslangen, want die kunnen niks zonder water. En woestijnslangen verschuilen zich gemakkelijk in het zand. Dus het leefgebied is heel belangrijk voor de slangen.

4.Het gif

Van de drieduizend soorten slangen zijn er ongeveer driehonderd giftig. Veel giftige slangen hebben een driehoekige kop. Hoe weet je hoe een slang giftig is? Soms kun je dat zien aan de kleuren. Een slang met gele, rode en zwarte banden is giftig als geel aan rood grenst. Bij slangen die niet giftig zijn is de kleurvolgorde anders. Als je een slang niet herkent aan de kleur, zou je hem eigenlijk in de bek moeten kijken. Als de mondholten helder van kleur is, is hij giftig. In die mondholte staan voorin of achterin giftanden. Adders, ratelslangen, mamba's, cobra's, taipans en zeeslangen behoren tot de gifslangen.

 5.Jacht

Pythons en boa's zijn goede voorbeelden van wurgslangen. Ze slingeren zich zó stevig om de prooi dat deze stikt. Adders en cobra's zijn voorbeelden van gifslangen. Het gif zit verzameld in de gifblaas die in verbinding staat met twee giftanden in de bovenkaak. Hun beet is voor veel prooidieren dodelijk. Slangen hebben niet veel voedsel nodig.